peetouders bij de doop

Peetouders hebben de taak de ouders van de dopeling bij te staan bij het geloofsonderricht en de christelijke opvoeding van de dopeling. Bij een man spreekt men wel van de ‘peter’; bij een vrouw van een ‘meter’.

Bij een Heilig Doopsel moet minimaal één peter of meter aanwezig zijn, die:

  • minimaal 16 jaar oud is,
  • niet een van de ouders van de dopeling is,
  • in de Rooms-katholieke Kerk gedoopt is,
  • het sacrament van het heilig Vormsel heeft ontvangen.

Als er sprake is van twee peetouders dan betreft dit altijd een peter en een meter (en niet twee ‘peters’ of twee ‘meters’). Een niet-katholieke (maar wel gedoopte) peetouder is mogelijk en treedt op als doop­ge­tuige (naast een peter of een meter).